terug

 

2de les 16 februari 2016 VERGEVEN

 

EEN TIMMERMAN BOUWT EEN BRUG.

Dit is een verhaal van twee broers. Ze woonden naast elkaar en werkten al heel erg lang samen. Tot er op een dag een misverstand ontstond. De twee broers kregen ruzie. Ze wilden niet meer samenwerken en de ene broer gooide deur voor de ander dicht en wilde hem niet meer opendoen. Na een tijdje wisten ze allebei niet meer hoe het conflict nu eigenlijk was ontstaan. Maar de ruzie bleef en ze wilden elkaar nog steeds niet zien. Op een dag groef de oudste broer in het weiland dat tussen hun twee huizen in lag een kanaal, zodat heel duidelijk te zien was wat van de één was en wat van de ander was. De jongste broer was woedend. Een dag later stond er plotseling een timmerman voor de deur van de jongste broer en hij vroeg aan de man: “Heeft u werk voor mij?” De jongste broer zei: “Ja hoor, zie je die enorme stapel hout? Maak nu langs het kanaal een schutting van 2,5 meter hoog zodat ik mijn broer niet meer zie…” Zelf ging de jongste broer daarna op reis. Toen hij terugkwam, was de timmerman juist klaar met zijn werk: hij had met het hout een mooie en stevige brug gebouwd en precies toen de jongste broer uit zijn auto stapte, kwam zijn oudste broer over de brug aangelopen. Hij stak zijn hand uit en zei: ”Jij bent me er ook één, na alles wat ik je heb aangedaan, bouw jij een brug naar mij toe! Wil je me vergeven? En de jongste broer vergaf de oudste en ze omhelsden elkaar.” De broers zagen nog net de timmerman zijn spullen inpakken en vroegen of hij nog even wilde blijven, want ze hadden nog wel wat klusjes. Nee, zei de timmerman, ik moet nog heel wat bruggen bouwen…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In de bijbel staat heel duidelijk dat we moeten vergeven en in de liefde blijven, dat we onze andere wang moeten laten zien als iemand ons slaat. Ik zat er zo over na te denken en vroeg me af hoe ik daar iets belangrijks in mee zou kunnen geven, want je wilt niet tegen een kind zeggen: Als ze je slaan, dan moet je het toelaten, laat je maar in elkaar slaan, want je bent een kind van God. Maar je kunt ook niet tegen een kind zeggen: Sla er maar op los. Toch heb ik geprobeerd om een kinderverhaal te schrijven waarbij de hoofdlijn in het verhaal toch blijft spreken van vergeving maar waar je ook ziet hoe anderen het maar dom vinden. Wij vinden dat niet dom, God vindt dat ook niet dom, nee Hij wil dat wij handelen zoals Hij het in Zijn woord ook zegt. Wij knokken het niet uit met onze vuisten, wij pakken mensen niet terug en betalen hen niet met gelijke munt, wij proberen om te vergeven, dat is soms enorm moeilijk, maar ook daarin mogen we de Here God om hulp en kracht vragen. Dan gaan we net als die kinderen vast nog weleens de fout in, maar als wij ernaar streven om Gods wil te doen, dan zal het goedkomen.
Probeer de kinderen boven alles Gods wil mee te geven: Vergeven. Als iemand je slaat, mep er niet gelijk op los, heb geduld, laat je andere wang maar zien. Wat ik zo mooi vind aan kinderen, is dat ze soms ruzie maken en dan roepen ze: Ik speel nooit meer met hem, of ik ga nooit meer naar haar toe en ik praat nooit meer met haar. En de volgende morgen is het kind het gewoon helemaal vergeten, terwijl er iets gebeurde waarvan ik dan dacht, tjonge dat is best heftig, waarom doet iemand zoiets, dat waar ik een probleem van zou kunnen maken, daar stapt mijn kind zo overheen. Die stapt op de fiets ziet het meisje en roept: Hoi. Het andere kind roept vrolijk hoi terug. Terwijl ik verontwaardigd kijk en zeg: Ik dacht dat jij nooit meer met haar om zou gaan, zegt ze stralend lachend tegen mij: Ze is het al vergeten. Ja inderdaad, ze was het vergeten en mijn dochter ook. Dat zijn kinderen.
Ze hoeven niet over zich heen te laten lopen, maar als ze handelen naar de wil van God dan mogen ze weten dat het de beste keuze is die ze kunnen maken.
Vredestichters, dat wil God ons maken, dat we zorgen dat er vrede komt, dat er geen ruzie blijft, dat het opgelost wordt, dat we een hand uit kunnen steken, dat we de minste kunnen zijn, degene die als eerste weer praat en hoi zegt. Ik heb natuurlijk een kinderverhaal erbij geschreven zodat dit als algemeen werkje in combinatie met het verhaal gebruikt kan worden. 

 

 

Bovenkant